Arnhem,
13
oktober
2020
|
17:21
Europe/Amsterdam

Strenge maatregelen, sport blijft open

Met nieuwe maatregelen tracht het kabinet de verdere verspreiding van het virus zoveel mogelijk in te perken. De maatregelen zijn er op gericht het aantal contacten sterk te beperken. Anders dan in het voorjaar blijft de sport voor alle sporten open met als beperking dat wedstrijden niet zijn toegestaan, tijdens het sporten 1,5 meter afstand moet worden gehouden en niet in grotere groepjes dan vier personen gesport kan worden.

Gerard Dielessen, algemeen directeur NOC*NSF:
“Het is erg jammer dat het de Nederlandse samenleving niet is gelukt om de lage cijfers van het begin van de zomer vast te houden. Helaas heeft het kabinet daarom stevige maatregelen moeten nemen. Anders dan in het voorjaar blijft de sport voor alle sporten open met als beperking dat tijdens het sporten 1,5 meter afstand moet worden gehouden en niet in grotere groepjes dan vier personen gesport kan worden. Dat de sport open kan blijven is een verstandige keuze waardoor sportdeelname cijfers hopelijk niet al te veel zullen dalen. En dat is dan weer goed voor de algemene volksgezondheid en voor de juist nu zo noodzakelijke weerbaarheid van iedereen.”
“We zien met instemming dat het kabinet een heldere route kaart heeft opgesteld. Als de cijfers dalen is nu ook meteen duidelijk welke maatregelen dan afgeschaald zullen worden. Dat geeft perspectief.”

Jeugd en topsport uitzonderingen
Het kabinet heeft er voor gekozen voor de jeugd en voor topsporters een uitzondering te maken in de voorwaarden waaronder gesport kan worden. Voor de jeugd en topsporters geldt dat zij mogen trainen zonder aan de 1,5 m en maximale ‘groepjesgrootte’ van vier personen te hoeven voldoen. Topsporters kunnen ook op de aangewezen topsportlocaties blijven trainen.

2021 moeilijk jaar voor de sport
Dielessen: “Met deze maatregelen doet het kabinet een groot beroep op het improvisatievermogen van alle vrijwilligers in de sport om de sport open te houden. Opnieuw in een aangepaste vorm, maar wel voor alle sporten en zowel binnen als buiten. In het afgelopen half jaar hebben we gezien dat deze vrijwilligers daar hun hart en ziel inleggen en wij zijn daar trots op.

2021 wordt echter wel een zeer moeilijk jaar voor de gehele sport in Nederland. Verenigingen en de sportbonden missen dit jaar al veel inkomsten, maken hoge kosten en de vrijwilligers draaien overuren. De hoop dat in de laatste maanden van 2020 iets goed gemaakt zou kunnen worden lijkt met de opleving van het coronavirus helaas vervlogen. Het is van het grootste belang dat de sportsector voor de komende maanden en voor 2021 en daarna kan rekenen op steun van de overheid bij het opvangen van de te verwachten financiële gevolgen veroorzaakt door de corona-crisis.”