Arnhem,
19
november
2013
|
01:00
Europe/Amsterdam
Blog Gerard Dielessen: NOC*NSF en de World Games
Wat is de overeenkomst tussen korfbal, touwtrekken, racketball, livesaving, bowling, karate en aerobics? Allemaal sporten die op het programma staan van de World Games. Allemaal sporten ook, die niet op het programma staan van de Olympische Spelen. Afgelopen zomer werden de World Games (eens in de vier jaar) gehouden in het Colombiaanse Cali.
Nederland behaalde daar een keurige achttiende plaats op de medailleranking, net voor België overigens. Italië was het best presterende land tijdens de World Games, waar meer dan vierduizend atleten in meer dan dertig sporten met elkaar in competitie gaan. De World Games worden gehouden 'onder de bescherming’, of zoals dat zo mooi heet in het Engels, ‘under the patronage of the International Olympic Committee’.
De afgelopen weken is de discussie over de betrokkenheid van NOC*NSF bij de World Games weer behoorlijk opgelaaid. Niet alleen tijdens de bijeenkomst van internationale sportbestuurders van twee weken geleden op ons Nationaal Sportcentrum Papendal, maar ook door de column op Sport Knowhow XL van Jan Fransoo (sinds 2003 voorzitter van de Internationale Korfbal Federatie), waarin hij stelt dat: “NOC*NSF een weloverwogen keuze voor een top 10-programma doorvertaalt naar een volslagen willekeurige keuze om atleten van haar bonden te negeren en daarmee de reputatie van de Nederlandse sport bij belangrijke bestuurders en televisiekijkers in 120 landen in de waagschaal stelt. Creatieve oplossingen voor weinig geld, ……………, lijken me mogelijk.”
Hier heeft Jan Fransoo een punt. Ik ga begin volgend jaar dan ook graag in gesprek met Jan en een aantal andere vertegenwoordigers die de World Games een warm hart toe dragen. Want voorbereiding op en deelname aan dit grote vier jaarlijkse sportevenement draagt uiteraard bij aan de doelstellingen van NOC*NSF en dus van de Nederlandse (georganiseerde) sport. Ook tijdens de World Games winnen we veel met sport. Toch is het goed om de betrokkenheid van NOC*NSF bij de World Games wel in het juiste historische perspectief te zetten, zodat we vervolgens een goede discussie kunnen voeren. Los daarvan had het op voorhand overigens niet misstaan als er een NOC*NSF vertegenwoordiging aanwezig was geweest tijdens het evenement in Cali.
Eerst nu het historisch perspectief. Zo’n tien jaar geleden heeft NOC*NSF met Lotto-middelen de grote bezuinigingen van VWS op de sportbonden opgevangen. De VWS-instellingssubsidies voor de sportbonden werden van vijftien miljoen euro in 2003 teruggebracht naar 0,0 in 2006. Na stevige discussies, is in dat kader door de gezamenlijke sportbonden besloten de uitzendingen naar de World Games niet (meer) de verantwoordelijkheid van NOC*NSF te laten zijn. Dat geldt sindsdien overigens ook voor de Universiade en een aantal andere grote sportevenementen.
Immers, de uitzendlicenties lagen toen en liggen nu nog steeds bij andere partijen en er was terecht grote druk vanuit de bonden om ons alleen bezig te houden met dat waar wij ook echt primair verantwoordelijk voor zijn: in dit kader, de Olympische en Paralympische Spelen. Dit resulteerde in die jaren ook in het besluit van de Algemene Vergadering van NOC*NSF om geen Lotto-middelen meer aan de uitzending van de World Games toe te delen. Wel werd aangemoedigd dat de betrokken bonden zelf hun inzet, energie en (Lotto-)middelen zouden bundelen ten behoeve van de deelname aan dit evenement. NOC*NSF zou bezien wat aan ‘immateriële waarde’ zou kunnen worden toegevoegd.
NOC*NSF heeft tot en met 2009 (Kaohsiung, Taipei) inderdaad betrokkenheid gehad bij de uitzending van de World Games-delegatie. Dat ging niet altijd zonder problemen, bijvoorbeeld omdat een aantal sportbonden toch hun eigen plan trok. En sinds de invoering van het focus Top 10 beleid in 2013, als onderdeel van de sportagenda 2013 - 2016, is daar nog bij gekomen dat een aantal van de aan de World Games deelnemende sporten niet meer de financiële steun ontvangt die zij daarvoor wel gewend waren te krijgen.
Zonder de eerder genomen besluiten ter discussie te willen stellen, lijkt het mij goed om opnieuw te bekijken hoe NOC*NSF in de toekomst dan wél betrokken kan zijn bij dit evenement. Jan Fransoo doet in zijn column een aantal suggesties waar ik graag van gedachten over zou willen wisselen. Het zou mooi zijn als deze dialoog leidt tot een aantal gezamenlijke uitgangspunten en doelstellingen in de voorbereiding en deelname aan de volgende editie van de World Games in Polen (2017).
Gerard Dielessen
Algemeen directeur NOC*NSF
Lees hier eerdere blogs van Gerard Dielessen.
Volg hem op twitter via @gerarddielessen
Nederland behaalde daar een keurige achttiende plaats op de medailleranking, net voor België overigens. Italië was het best presterende land tijdens de World Games, waar meer dan vierduizend atleten in meer dan dertig sporten met elkaar in competitie gaan. De World Games worden gehouden 'onder de bescherming’, of zoals dat zo mooi heet in het Engels, ‘under the patronage of the International Olympic Committee’.
De afgelopen weken is de discussie over de betrokkenheid van NOC*NSF bij de World Games weer behoorlijk opgelaaid. Niet alleen tijdens de bijeenkomst van internationale sportbestuurders van twee weken geleden op ons Nationaal Sportcentrum Papendal, maar ook door de column op Sport Knowhow XL van Jan Fransoo (sinds 2003 voorzitter van de Internationale Korfbal Federatie), waarin hij stelt dat: “NOC*NSF een weloverwogen keuze voor een top 10-programma doorvertaalt naar een volslagen willekeurige keuze om atleten van haar bonden te negeren en daarmee de reputatie van de Nederlandse sport bij belangrijke bestuurders en televisiekijkers in 120 landen in de waagschaal stelt. Creatieve oplossingen voor weinig geld, ……………, lijken me mogelijk.”
Hier heeft Jan Fransoo een punt. Ik ga begin volgend jaar dan ook graag in gesprek met Jan en een aantal andere vertegenwoordigers die de World Games een warm hart toe dragen. Want voorbereiding op en deelname aan dit grote vier jaarlijkse sportevenement draagt uiteraard bij aan de doelstellingen van NOC*NSF en dus van de Nederlandse (georganiseerde) sport. Ook tijdens de World Games winnen we veel met sport. Toch is het goed om de betrokkenheid van NOC*NSF bij de World Games wel in het juiste historische perspectief te zetten, zodat we vervolgens een goede discussie kunnen voeren. Los daarvan had het op voorhand overigens niet misstaan als er een NOC*NSF vertegenwoordiging aanwezig was geweest tijdens het evenement in Cali.
Eerst nu het historisch perspectief. Zo’n tien jaar geleden heeft NOC*NSF met Lotto-middelen de grote bezuinigingen van VWS op de sportbonden opgevangen. De VWS-instellingssubsidies voor de sportbonden werden van vijftien miljoen euro in 2003 teruggebracht naar 0,0 in 2006. Na stevige discussies, is in dat kader door de gezamenlijke sportbonden besloten de uitzendingen naar de World Games niet (meer) de verantwoordelijkheid van NOC*NSF te laten zijn. Dat geldt sindsdien overigens ook voor de Universiade en een aantal andere grote sportevenementen.
Immers, de uitzendlicenties lagen toen en liggen nu nog steeds bij andere partijen en er was terecht grote druk vanuit de bonden om ons alleen bezig te houden met dat waar wij ook echt primair verantwoordelijk voor zijn: in dit kader, de Olympische en Paralympische Spelen. Dit resulteerde in die jaren ook in het besluit van de Algemene Vergadering van NOC*NSF om geen Lotto-middelen meer aan de uitzending van de World Games toe te delen. Wel werd aangemoedigd dat de betrokken bonden zelf hun inzet, energie en (Lotto-)middelen zouden bundelen ten behoeve van de deelname aan dit evenement. NOC*NSF zou bezien wat aan ‘immateriële waarde’ zou kunnen worden toegevoegd.
NOC*NSF heeft tot en met 2009 (Kaohsiung, Taipei) inderdaad betrokkenheid gehad bij de uitzending van de World Games-delegatie. Dat ging niet altijd zonder problemen, bijvoorbeeld omdat een aantal sportbonden toch hun eigen plan trok. En sinds de invoering van het focus Top 10 beleid in 2013, als onderdeel van de sportagenda 2013 - 2016, is daar nog bij gekomen dat een aantal van de aan de World Games deelnemende sporten niet meer de financiële steun ontvangt die zij daarvoor wel gewend waren te krijgen.
Zonder de eerder genomen besluiten ter discussie te willen stellen, lijkt het mij goed om opnieuw te bekijken hoe NOC*NSF in de toekomst dan wél betrokken kan zijn bij dit evenement. Jan Fransoo doet in zijn column een aantal suggesties waar ik graag van gedachten over zou willen wisselen. Het zou mooi zijn als deze dialoog leidt tot een aantal gezamenlijke uitgangspunten en doelstellingen in de voorbereiding en deelname aan de volgende editie van de World Games in Polen (2017).
Gerard Dielessen
Algemeen directeur NOC*NSF
Lees hier eerdere blogs van Gerard Dielessen.
Volg hem op twitter via @gerarddielessen
NOC*NSF - We winnen veel met sport
Wij dromen van een Nederland waarin iedereen geniet van sport. Want sport is passie, sport verbroedert en sport is gezond. Sport haalt het beste in mensen naar boven, zorgt voor vriendschap en voor respect.Ons doel is er voor te zorgen dat iedereen aan sport kan doen. Wij zorgen voor optimale sportomstandigheden in Nederland. Het gaat ons om meedoen en winnen. Winnen betekent excelleren in sport, medailles halen, maar ook onderzoek doen, mensen stimuleren iedere dag een beetje beter te worden, sport inzetten om obesitas tegen te gaan, Nederland veiliger en socialer maken.NOC*NSF is van en voor de sport in Nederland en is als Olympisch comité verantwoordelijk voor de uitzending van Nederlandse Olympische en Paralympische teams.