Arnhem,
19
juli
2012
|
02:00
Europe/Amsterdam

Sport als stimulans voor onze samenleving

De laatste ruim twee jaar heb ik heel wat blogs geschreven over de maatschappelijke waarde van top- en breedtesport. Over wat sport in algemene zin kan betekenen voor een gezonde, vitale en krachtige samenleving. Over ruim een week beginnen de Olympische Spelen in London. Ook dan zal de kracht van sport in zijn volle omvang worden getoond aan de wereld.

Mooi hoe de organisatie de kracht van de Spelen vertaalt in het thema:

INSPIRE A GENERATION.

En zo is het: SPORT INSPIREERT.

Gisteren las ik het hoofdredactionele commentaar in NRC Handelsblad. Ik doe het niet vaak, maar voor deze gelegenheid de gehele tekst, die voor zich spreekt, met als titel

Mens staat ongezond veel stil

Bewegen is gezond voor lijf en leden. Roken en drinken zijn dat niet. Er is geen twijfel mogelijk. Het Britse vakblad The Lancet heeft dat aan de vooravond van de Olympische Spelen in London nog eens vastgesteld. Ongeveer tien procent van de jaarlijkse sterfgevallen wordt (indirect) veroorzaakt door het gebrek aan fysieke inspanning. Daarvan kunnen diabetes, kanker, hart- en vaatziekten het gevolg zijn.

Maar hoe zet je mensen aan wekelijks de voorgeschreven 150 minuten te bewegen? De snelste weg om slechte eigenschappen af te leren is via verbod en straf. En dus stelt de overheid bij wet vast dat (sterke) drank niet mag worden verkocht aan jongeren onder de 16 en 18 jaar en worden volwassenen extra belast met accijnzen. Roken wordt net zo ontmoedigd. Dat alles wordt begeleid met campagnes om de verboden accijnzen het aureool te geven van ieders welbegrepen eigenbelang. Goede eigenschappen aanleren is ingewikkelder. Verbod is vanzelfsprekender dan gebod. Wie niet beweegt, stoort in beginsel niets en niemand. Dat de risico’s van inactiviteit via de gezondheidszorg later wel degelijk collectief worden verhaald, is een redenering met een al te ruime omweg. 'Waar bemoei je je mee’, is de reactie als de overheid ingrijpt.

Toch wringt er iets. De onbeweeglijke mens, die voor zichzelf verantwoordelijk is, rukt intussen op als obesitaspatiënt, een kwaal die sociaal-cultureel zo erfelijk lijkt te zijn dat The Lancet spreekt van een ‘pandemie’.

Dat kan niet liggen aan mode. Veel meer dan vroeger zijn sporters nu publiekshelden. De sportbonden zijn groot gebleven. De sportschool is vanzelfsprekend geworden. Ook het schoonheidsideaal is gespierd en tenger, om niet te zeggen mager. Maar de effecten zijn beperkt. Dat komt doordat overgewicht verbonden is met de postindustriële dienstenmaatschappij. Gemotoriseerd pendelen is de dagelijkse norm. Er rijden tegenwoordig verdacht veel overdekte scooters (canta’s) door de straat, bestuurd door mensen die eerder te dik dan minder valide zijn.

Voor kinderen is ‘anarchistisch’ buiten spelen steeds moeilijker. Et cetera. Maar dat wil niet zeggen dat de overheid geen leef geboden zou kunnen en mogen bevorderen. Dat gebeurt al op de consultatiebureaus, bij gymnastiekles op lagere scholen, bij zwemlessen, op sportclubs.

Er zijn talloze nieuwe stimuli van jong tot oud denkbaar waarvan een preventieve werking uitgaan. Maar dan moet de overheid die preventie wel hoger in het vaandel hebben dan het huidige kabinet.

En zo is het precies. Ware woorden van de commentator van NRC. Wat dat betreft bieden de verkiezingsprogramma’s weinig vertrouwen dat een nieuw kabinet die preventie wel hoog op de prioriteitenlijst zet. Maar het is nog niet te laat. De georganiseerde sport zal er alles aan doen om de politici te bewegen om de waarde van sport nog nadrukkelijker te onderstrepen. Dat doen we iedere dag, zoals volgende week in London bij de Olympische Spelen en volgend jaar tijdens het Europees Jeugd Olympisch Festival in Utrecht. En door samen met Rotterdam een gooi te doen naar de Jeugd Olympische Spelen in 2018, waarin we de gezondheidsproblematiek (obesitasbestrijding) centraal stellen door goede voorbeelden te laten zien, waardoor de jeugd in heel Nederland wordt geïnspireerd en gestimuleerd.

Want sport inspireert, stimuleert, enthousiasmeert en kan, als we dat met z’n allen willen, heel veel betekenen voor een gezonde samenleving. Met de kracht van sport helpen we Nederland graag vooruit op sportief, ruimtelijk, economisch en sociaal-maatschappelijk gebied. We hebben niet voor niets een Olympisch Plan, waarin belangrijke maatschappelijke organisaties en instellingen aan deze doelstellingen met ons samenwerken.

Om maar eens in sporttermen te blijven: de bal ligt op de stip, het doel is leeg. Het nieuwe kabinet hoeft de bal er alleen maar in schieten..

Gerard Dielessen
Algemeen directeur NOC*NSF

PS: O ja, dames en heren politici, dit artikel in de NYT is ook interessant: Sports Promote Healthy Weight in Teenagers.


Lees hier de eerdere blogs van Gerard Dielessen

Volg Gerard Dielessen op Twitter via www.twitter.com/gerarddielessen
NOC*NSF - We winnen veel met sport

Wij dromen van een Nederland waarin iedereen geniet van sport. Want sport is passie, sport verbroedert en sport is gezond. Sport haalt het beste in mensen naar boven, zorgt voor vriendschap en voor respect.Ons doel is er voor te zorgen dat iedereen aan sport kan doen. Wij zorgen voor optimale sportomstandigheden in Nederland. Het gaat ons om meedoen en winnen. Winnen betekent excelleren in sport, medailles halen, maar ook onderzoek doen, mensen stimuleren iedere dag een beetje beter te worden, sport inzetten om obesitas tegen te gaan, Nederland veiliger en socialer maken.NOC*NSF is van en voor de sport in Nederland en is als Olympisch comité verantwoordelijk voor de uitzending van Nederlandse Olympische en Paralympische teams.